Dwang en tics
Heb jij last van dwanggedachten of dwangmatige handelingen?
Heb jij last van dwanggedachten of dwangmatige handelingen?
Als je een dwangstoornis (Obsessive Compulsive Disorder; OCD) hebt, heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Steeds weer denk je (dwangmatig) aan dezelfde dingen, waar je steeds banger van wordt. Soms ga je hierdoor bepaalde situaties uit de weg of moet je handelingen uitvoeren om je angst te verminderen. Als je handelingen niet uitvoert, voel je je bang, onrustig of heb je een onprettig gevoel. Ook ontstaat er soms een hevige angst dat wanneer je de handeling niet uitvoert, er iets vreselijks gebeurt. Ook al weet je dat dit eigenlijk onzin is, kun je toch niet stoppen met het uitvoeren van de dwang. OCD kan behoorlijk belemmerend zijn in je leven.
De behandeling houdt in dat je je dwanggedachten en dwanghandelingen op een rijtje zet, zodat het overzichtelijk wordt. Ook wordt gekeken hoe vaak en wanneer je deze uitvoert. Hierna wordt geoefend met de situaties die je moeilijk vindt en wordt hierbij gelet op het gedrag en ook op de gedachten. Je oefent net zo lang totdat je weer zelf de baas bent over je gedachten en gedrag. Het verminderen van dwanghandelingen en dwanggedachten en het onder controle krijgen van de angst is het doel. Naast cognitieve gedragstherapie vindt er bij jongeren onder de 18 altijd ouderbegeleiding plaats.
Tics zijn bewegingen of geluiden die je maakt zonder dat je het wilt. Tics komen vaak plotseling en duren kort. Er zijn veel verschillende tics. Je kunt bijvoorbeeld schudden met je hoofd, je ogen dichtknijpen, kuchen of grommen. Er zijn ook gedachte-tics, zoals achterstevoren lezen. Een tic wordt voorafgegaan door een vervelend gevoel, dat weer verdwijnt als de tic wordt uitgevoerd. Op korte termijn zorgt dat voor een fijn gevoel, maar op de lange termijn blijven de tics bestaan of verergeren zelfs. Veel kinderen hebben tics. Tics gaan soms vanzelf weg en soms niet. Als tics niet vanzelf weggaan en je hebt er last van, dan kun je in een behandeling leren om minder last van je tics te hebben.
Allereerst wordt in deze behandeling bijgehouden hoe vaak en wanneer de tics worden uitgevoerd. Vervolgens leer je te wennen aan de gevoelens die voorafgaan aan een tic, waardoor de tic niet uitgevoerd hoeft te worden. Dit heet exposure en responspreventie. Daarnaast kan ook worden geoefend met het aanleren van een tegenbeweging, waardoor de tic zelf niet kan worden uitgevoerd. Naast cognitieve gedragstherapie vindt er bij jongeren onder de 18 altijd ouderbegeleiding plaats.